Naar Italië.
Kun je je iets heerlijkers voorstellen? Nee, natuurlijk. Maar waarom gaan zoveel mensen altijd naar dezelfde plaatsen? Natuurlijk is Toscane prachtig en is Rome adembenemend. Maar Italië heeft nog zoveel meer te bieden. Daar wil ik u, met deze website, graag op wijzen. Op de minder bekende plekken in Italië, waar je als Italië-liefhebber beslist geweest moet zijn. En wie ben ik?
Ik ben Ineke Spoorenberg, afgestudeerd in Italiaans en jarenlang redacteur bij het NOS-journaal (specialisatie Italië).
Ik toer mijn hele leven al in een oud autootje rond in Italië en heb op mijn reizen veel van het land gezien. Een paar jaar geleden heb ik de afstand Bussum-Rome zelfs te voet afgelegd. Dan krijg je Italië weer van een heel andere kant te zien. Ik zou zeggen: houd deze website in de gaten, raadpleeg hem als u binnenkort naar het zuiden afzakt. MISSCHIEN BRENG IK U OP EEN IDEE.
Iedere maandag een nieuw verhaal!



U D I N E
najaar 2014
Udine is de hoofdstad van de regio Friuli. Ik heb geen hoge verwachtingen van dit stadje, maar dat pakt anders uit. Op een zaterdagochtend loop ik onder een stadspoort door het centro storico binnen en volg een smal straatje. Mijn mond valt open als aan het eind van dit straatje een werkelijk schitterend renaissanceplein te voorschijn komt. Ik zie een straatnaambordje: Piazza della Libertà.
Maar eerst even terug naar mijn aankomst in het hotel, de avond ervoor. Annalisa en Roberto zijn de eigenaren van Relais Casa Orter, een 18e eeuws landhuis in Risano, onder Udine. Het huis heeft hotelkamers en beneden enkele restaurantzalen. Maar die zijn niet iedere dag open.

Champagneavond
De eerste avond bof ik, zegt Annalisa, want toevallig hebben ze een promotieavond van een champagnemerk. Ik kan me voor 27 euro voor die avond opgeven, er hoort een diner bij, dat ongetwijfeld vergezeld zal gaan met heel veel champagne. Ik schrijf me meteen in.
Enkele uren later zit ik in een zaal vol prachtig gedekte tafels en veel kaarslicht. Het publiek is gemêleerd. Aan een lange tafel zit een gezelschap dat nogal boers oogt, aan de andere tafeltjes zie ik gesoigneerde paren.
Ik kijk m’n ogen uit. Ik denk, omdat ik alleen aan een tafel zit, ik veel aandacht krijg. Zowel van de mensen in de zaal die vriendelijk knikken, als van het personeel, dat ieder moment weer bij mijn tafel staat om me iets aan te bieden. Champagne, kleine hapjes, heel lief allemaal.

Harp
Vlak voor het eten had ik een paar mensen met een harp zien sjouwen. En ja hoor, als we allemaal ons dessert hebben, kruipt Annalisa achter het instrument en begint te spelen. Een waterval van harptonen dwarrelt over ons heen. De meeste aanwezigen reageren verrast, alleen aan de boerentafel ontstaat wat rumoer. Enkele mannen staan op en gaan buiten roken. De overige gasten gaan op in de muziek. Nog nooit heb ik iemand met zoveel kracht en overgave een harp zien bespelen.
Als het nummer uit is, hoor ik opeens de piano. Nu zit Roberto achter de piano en begint een stampend bluesnummer te spelen. Dan volgt Annalise weer op de harp. De avond eindigt met ‘Take Five’ van Dave Brubeck, schitterend geïmproviseerd door Roberto. De zaal staat op z’n kop. Blozend van genoegen lopen ze even later langs de tafels. Het lijkt alsof ze denken: dit hadden jullie lekker niet van ons verwacht! En dat is natuurlijk ook zo.

Annalisa en Roberto
De volgende ochtend na het ontbijt zit ik nog een uurtje met ze na te praten. Ze hebben beiden een volledige conservatorium-opleiding achter de rug. Annalisa vertelt me hoe haar jeugd eruit zag: iedere dag vier à vijf uur harp studeren. Haar vader wilde een artieste van haar maken.
Na het conservatorium wilde ze zo graag alleen nog maar voor haar plezier spelen. Ook omdat ze inmiddels Roberto had leren kennen. “Een carrière als harpiste is moeilijk te combineren met een normaal gezinsleven,” zegt ze. Ze heeft ook nu nog regelmatig optredens, vertelt ze, maar daar repeteert ze nauwelijks voor.
Twee musici die aan dit gezamenlijke project begonnen: Casa Orter. Ze hebben het huis met de bijgebouwen met veel liefde gerestaureerd. Inmiddels hebben ze twee kinderen. Eén bijna volwassen zoon en een nog jonger dochtertje. “En we zijn de enige van onze oude vriendenclub die na 20 jaar nog bij elkaar zijn” zegt Annalisa. En ze geeft hem een liefdevolle stomp in z’n zij.
Na dit gesprek spring ik gauw in de auto, op weg naar Udine, want daarvoor ben ik hier, om Udine te bezoeken. Het is zaterdag en dat betekent in Italië overal tweede hands markten. Ook op de markt buiten het centrum van Udine staat het vol kramen. Gelukkig kan ik m’n auto kwijt.

Piazza della Libertà
De prachtige Piazza della Libertà, die mij deze ochtend zo verrast, is denk ik wel één van de mooiste renaissance- pleinen van Italië. Het meest in het oog springt de Porticato di San Giovanni, deel van een elegant wit paleis met slanke zuilen, het tegenwoordige gemeentehuis.
Vanuit de Arco Bollani, die ontworpen is door de beroemde architect Palladio, leidt een trap omhoog met daarlangs arcades in Venetiaans gotische stijl. De trap eindigt op de top van de heuvel bij het 16e eeuwse Castello, waarin de kunst-en archeologische collectie van twee musea zijn ondergebracht.
En of het nog niet genoeg is, heeft het plein ook nog een prachtige loggia, de Loggia del Lionello, een Venetiaans gotisch bouwwerk. Het plein is geïnspireerd op het San Marco-plein in Venetië en straalt een zekere grandeur uit.
Ik ga op een terras zitten om de sfeer op me te laten inwerken. Dan beginnen kerkklokken te beieren. Een Duits paar aan een naburig tafeltje en ik kijken elkaar aan en glimlachen. Het gebeurt niet vaak dat sfeer en omgeving zo perfect samenvallen. Dit plein, het geluid van de klokken die over de stad weergalmen. Tevreden neem ik een slokje van mijn schuimige cappuccino.

Kathedraal
Een half uur later loop ik door het centrum van Udine, onder de middeleeuwse portici door. Ik hoor een geroezemoes van stemmen, de hele stad lijkt op de been. In de winkelstraten zijn luxueuze terrassen met zitbanken om in weg te zakken en die zitten allemaal vol.
Ik loop door naar de kathedraal. Terwijl ik door de lens van mijn fototoestel de façade bekijk, loopt er een stelletje langs. Het meisje spreekt me aan: “Zal ik een foto van je maken? Anders sta je zelf nergens op.” Wat aardig.
De gotische kathedraal dateert uit 1236, maar er is sindsdien veel aan de godshuis verbouwd. Ook omdat de kerk zwaar beschadigd raakte na een aardbeving. Het gebouw werd gerestaureerd en later wèèr verbouwd. Uiteindelijk heeft ze haar oude gotische façade weer teruggekregen. De hoofdingang is omlijst met kunstig beeldhouwwerk van de hand van een onbekende Duitse meester.
Ik loop de kerk in en wordt verrast door een tenor die een gevoelig lied door de kerk laat schallen. Hij oefent voor een huwelijk dat hier later op de dag zal worden ingezegend. Onder zijn gezang loop ik van kapel naar kapel.
In die van de Santissima Trinità bevindt zich een altaarstuk van Tiepolo en ook in de kapel van de heilige Ermacora e Fortunati hangt een Tiepolo: bijbelse taferelen. Dat brengt mij op het idee om ook het werk van de schilder in het Aartsbisschoppelijk Paleis te gaan bekijken.

Galleria Tiepolo
Het Aartsbisschoppelijk Paleis ligt net buiten het historisch centrum. Veel toeristen zoeken het op omdat Tiepolo hier prachtig fresco’s op het plafond heeft geschilderd, in een deel dat nu de Galleria Di Tiepolo heet.
Giambasstista Tiepolo was een Venetiaan. Behalve in de dogestad liet hij ook veel werk na in de directe omgeving. Zoals in Padua, Treviso en dus ook in Udine. De fresco’s in de galleria verbeelden het leven van Abraham. Ze zijn teer van kleur en hebben een grote dramatische kracht.
Met een stijve nek van het omhoog kijken, loop ik even later weer door het centrum van Udine, nu naar een ander plein toe dat ook wel het hart van de stad wordt genoemd: de Piazza Matteotti. Ik lees ergens op een site dat het ‘één van de mooiste Venetiaanse pleinen op het vasteland’ wordt genoemd. Het is inderdaad een pittoresk plein, omzoomd door oude huizen met arcades waar onder groenten, fruit en bloemen worden verkocht.

Dopen
Behalve dat er vandaag, op zaterdag, in Italië, veel getrouwd wordt, is het blijkbaar hier ook een dag om je kind te laten dopen. Voor de San Giacomokerk op de Piazza Matteotti zie ik enkele jonge vaders staan met een baby op de arm. Ze staan in hun beste pak een beetje onhandig met hun kind te hannesen terwijl pa of schoonpapa onrustig om ze heen drentelt.
Binnen volgen de moeders de doopceremonie van de baby’s die eerder aan de beurt zijn. Rondom een doopvont staat een heel gezelschap op zijn paasbest uitgedost. Vertedering alom als een baby begint te protesteren. Ik glip weer gauw naar buiten.

Serviërs
Friuli ligt tegen Slovenië en Kroatië aan. Maar volgens Annalisa komen er vooral veel Serviërs de grens over. Vaak schatrijk. “Vorige week kwam er eentje in een gouden auto” vertelt ze en ze laat me de foto zien die ze van de auto heeft gemaakt. “Niemand had het anders geloofd.”
De volgende dag zit er een Serviër naast me aan het ontbijt. Een forse man met een kaalgeschoren hoofd. Ik kan het niet nalaten een praatje met hem te beginnen over de oorlog in de jaren ‘90.
Als ik het heb over het beleg van Sarajevo, zegt hij dat de Serviërs daar niets mee te maken hadden. “Het was een oorlog tussen politici” zegt hij. Ik begrijp dat ik me maar beter op mijn volgende reisdoel kan richten en loop naar buiten. Er staat deze keer geen gouden auto op het kleine parkeerterrein.
Als ik even later een zware tas naar de auto sleep, duikt de Serviër opeens weer op. Resoluut pakt ie de tas van me over en zet hem in mijn auto. Ik bedank hem en hij knikt alsof hij wil zeggen: je kunt veel van ons zeggen maar we weten wel hoe het hoort.
Als ik wegrijd, zie ik Annalisa en Roberto in de deuropening zwaaien. De Serviër is nergens meer te bekennen.


Image 1Udine


Slideshow In HTML Code by WOWSlider.com v2.0












Copyright © 2013 Met Ineke in Italie | Reisverhalen |