Naar Italië.
Kun je je iets heerlijkers voorstellen? Nee, natuurlijk. Maar waarom gaan zoveel mensen altijd naar dezelfde plaatsen? Natuurlijk is Toscane prachtig en is Rome adembenemend. Maar Italië heeft nog zoveel meer te bieden. Daar wil ik u, met deze website, graag op wijzen. Op de minder bekende plekken in Italië, waar je als Italië-liefhebber beslist geweest moet zijn. En wie ben ik?
Ik ben Ineke Spoorenberg, afgestudeerd in Italiaans en jarenlang redacteur bij het NOS-journaal (specialisatie Italië).
Ik toer mijn hele leven al in een oud autootje rond in Italië en heb op mijn reizen veel van het land gezien. Een paar jaar geleden heb ik de afstand Bussum-Rome zelfs te voet afgelegd. Dan krijg je Italië weer van een heel andere kant te zien. Ik zou zeggen: houd deze website in de gaten, raadpleeg hem als u binnenkort naar het zuiden afzakt. MISSCHIEN BRENG IK U OP EEN IDEE.
Iedere maandag een nieuw verhaal!



M I L A A N  11
Winter 2013
“Ik vind Milaan eigenlijk helemaal geen Italië” zei een vriendin tegen me. “Geen Italië?” Reageerde ik verbaasd. “Je bedoelt dat het geen harmonisch gebouwd stadje is met één piazza, een kerk met campanile en een palazzo della podestà?
Ik moest aan deze discussie denken toen ik voor de laatste keer door deze stad liep. Milaan mist het schilderachtige van een Lucca of een Urbino. Toch heeft het ook monumenten, kerken, musea en pittoreske pleintjes, maar daar staat veel andere bebouwing tussen. Nieuwbouw, verkeerswegen, parken, dat maakt het moeilijk om hierin het Italië uit de reisgidsen te herkennen.
Toch is Milaan een echte Italiaanse stad. Die laat zien waar de Italiaanse creativiteit vandaag de dag toe leidt. In de architectuur, in de mode, in het design, in de gastronomie. Oude wijken krijgen er een nieuwe invulling, ateliers en winkeltjes strijken er neer. Hier gebeurt het in Italië, Milaan bruist!

Da Vinci Code
Vandaag ga ik de kerk de Santa Maria delle Grazie bezoeken met ‘Het laatste avondmaal’ van Leonardo da Vinci. Ik heb het ooit al wel eens bezocht maar nu het zo’n belangrijke rol speelt in Dan Brown’s bestseller de ‘Da Vinci Code’, wil ik het toch nog een keer zien.
Ik moet er wel een beetje moeite voor doen. Op internet lees ik dat je zeker een dag of vijf van te voren een kaartje moet boeken als je de wandschildering wilt bezoeken.
De kerk Santa Maria delle Grazie is niet heel oud maar dateert uit de 15e eeuw. Hertog Ludovico Sforza van Milaan gaf opdracht tot de bouw. Op de plek waar de kerk is gebouwd, stond een klein Mariakapelletje. Sforza wilde hier een klooster met een kerk laten neerzetten.

Leonardo Da Vinci
Later besloot hij dat de kerk ook de laatste rustplaats voor zijn familie moest worden en hij gaf de kunstenaar Bramante opdracht de kapel zo aan te passen dat het als mausoleum dienst kon doen.
Leonardo da Vinci, die in die tijd in dienst was bij de Sforza’s, schilderde een ‘laatste avondmaal’ in de refter, de eetzaal, van het klooster. De fresco is in de loop der eeuwen behoorlijk verbleekt. Er is veel geld aan de restauratie besteed om het kunstwerk voor de toekomst te kunnen behouden.

Hype
Ik moet door een dikke glazen beveiligingssluis, een gang door en kan dan naar de refter doorlopen. Daar staan we dan met nog een tiental mensen naar de Da Vinci te kijken. In Dan Browns ‘Da Vinci Code’ wordt beweerd dat de figuur aan Jezus’ rechterhand niet de apostel Johannes is, zoals altijd is aangenomen, maar Maria Magdalena.
Voordat ik alles goed en wel bekeken heb, worden we alweer gemaand de zaal te verlaten, achter ons staat alweer een nieuwe groep te wachten. Een beetje teleurgesteld loop ik nog een poosje in het complex rond.
Ik had de schildering graag wat langer en van dichterbij willen bekijken. Zo gaat het als iets een ‘hype’ wordt. Overigens vinden de historici en met name die in ‘Het laatste avondmaal’ zijn gespecialiseerd, de aanname in het boek van Brown complete onzin.

San Maurizio kerk
Ik loop de Via Magenta af en passeer even later de San Maurizio kerk. Ik twijfel, wèèr een kerk? Maar een mannetje uit één van de vele kerken die ik heb bezocht, heeft tegen me gezegd dat als ik er langs zou komen, ik er beslist even naar binnen zou moeten gaan. De kerk moet spectaculair mooie fresco’s binnen zijn muren hebben.
Er komt meteen een oudere dame op me af die, als ze merkt dat ik Italiaans spreek, me meteen op sleeptouw neemt, blij om aan iemand haar kennis te kunnen slijten. Ze laat me de inderdaad prachtige fresco’s zien van de Lombardijnse schilder Bernardo Luino. Maar ook het koor, achterin de kerk, van kunstig houtsnijwerk, is bijzonder.
Er komt nu ook een oudere heer bij ons staan. De man en vrouw zijn beide vrijwilliger. Je ziet dat meer in Italië. Oudere gepensioneerde mensen die in kerken en musea onbezoldigd gids zijn en die tegelijkertijd een oogje in het zeil houden. Voor de autoriteiten een stuk goedkoper dan een suppoost met een volledig salaris.

De Middeleeuwen
Ook in Milaan zijn sporen uit de Middeleeuwen nooit ver weg. Als ik weer naar het Domplein loop, sta ik opeens op een middeleeuws plein. Het is de Piazza Broletto Nuovo met het Palazzo della Ragione uit 1233. Het is een beetje vervreemdend opeens op zo’n verstild middeleeuws plein te staan, terwijl ik dichtbij het verkeer hoor ronken en overal de dynamiek van een moderne stad voel.
Ik loop het plein over en sla rechtsaf richting het Domplein. Aan mijn rechthand zie ik nu de prachtige Loggia degli Osii uit 1316. Ook in sommige straatnamen, zoals de Contrada degli Orefici, klinkt een echo uit de Middeleeuwen door.
Het loopt tegen twaalven, tijd voor mijn apératief. In de buurt van de Piazza della Scala ga ik op een verwarmd terras zitten. Er loopt een jong meisje te bedienen. Een jonge vent, ik denk haar baas, komt iedere keer het terras op en geeft haar aanwijzingen. Ik zie dat ze zenuwachtig is.

Ierse
Als ze even later alleen is, begin ik een praatje met haar. Het blijkt een Ierse te zijn. Ze woont sinds een jaar in Milaan. In Ierland wilde ze niet blijven, slecht klimaat, slechte economie, zegt ze. Maar hier heeft ze het ook niet gemakkelijk.
Ze baalt ervan dat ze de taal nog steeds niet onder de knie heeft. “Ik heb er gewoon geen tijd voor” zegt ze als ik haar aanraad een cursus te volgen. “Ik moet altijd werken.” “Waar woon je?” vraag ik. “Ik woon met twee mannen op een etage in een buitenwijk” vertelt ze. “Alleen met z’n drieën kunnen we de hoge huur betalen.” Als ik haar vraag of ze geen heimwee heeft, lacht ze. “Ik mis mijn familie natuurlijk wel” zegt ze, “maar verder, nee..” dan lacht ze en komt wat dichter bij me staan. “Ik ben ook verliefd, ik heb hier een vriend, ik ga nooit meer terug naar Ierland” en opeens straalt ze.

Engelse taal
Ik zeg: “Dan komt het ook wel goed met dat Italiaans van je, geen betere leerschool dan de liefde.” Ze moet lachen maar vertelt dan dat haar vriend zoveel mogelijk Engels met haar wil praten.
In Italië krijgen kinderen al op de lagere school Engels, en toch beheersen maar bitter weinig Italianen de taal, omdat ze er in hun dagelijkse leven, na school, nooit meer mee worden geconfronteerd. Ze horen het nooit, het Engels op tv wordt nagesynchroniseerd, daardoor zijn ze de taal ook alweer snel vergeten.
De vriend van dit meisje is blijkbaar ambitieus en ziet in haar ook een kans zijn Engels te verbeteren. Ik wens haar veel geluk en ga verder.

Expo 2015
Die middag neem ik afscheid van Milaan. Ik loop nog eenmaal door de dure winkelstraten. Bij het warenhuis Rinascente ga ik naar de bovenste verdieping en loop naar buiten het verwarmde dakterras op.
Daar eet ik een hapje terwijl ik uitkijk over pinakels van de Dom. “Proost” denk ik bij mezelf, terwijl ik een slok wijn neem, Milaan heeft de toekomst.
Volgend jaar wordt de Wereldtentoonstelling, de Expo 2015, in Milaan gehouden. De voorbereidingen om de honderdduizenden extra toeristen te kunnen ontvangen, zijn in volle gang. Velen zullen zich dan zelf kunnen verbazen over deze oude maar ook zo moderne stad.


Image 1 Milaan


Slideshow In HTML Code by WOWSlider.com v2.0












Copyright © 2013 Met Ineke in Italie | Reisverhalen |